In de Agni Yoga-publicaties van Helena Ivanovna Roerich (1879-1955) wordt het gebruik van valeriaan vaak gepromoot. We zullen hier contempleren naar de plausibiliteit dat 'valeriaan' refereert aan de plant jatamansi (Nardostachys jatamansi) in plaats van valeriaan (Valeriana officinalis).
Voordat we koers zetten naar 'valeriaan' als verwijzend naar jatamansi in Agni Yoga moet het argument vermeld worden waarom 'valeriaan' daar eenvoudigweg wel refereert aan valeriaan en niet aan een andere plant. Dit argument stelt dat de gebruikte naam eenvoudigweg 'valeriaan' is en niet 'jatamansi'. Helena Roerich's werken werden oorspronkelijk geschreven in het Russisch en van daaruit vertaald in het Engels. Zoals nu in de Engelse taal een onderscheid wordt gemaakt tussen valeriaan en jatamansi met de woorden 'valerian' en 'spikenard' [alsook in het Nederlands met de woorden 'valeriaan' en 'narduskruid'] zo kent de Russische taal een dergelijk onderscheid ook. In het Russisch worden de woorden 'valeriana' ('валерiана'), 'būlderyаn' ('бyлдырьянъ') en 'maun' ('mаyнъ') gebruikt om te referen aan valeriaan1 en 'laynda' ('лaъендa'), 'ipdyskiy' ('ипдѣйckiй') en 'nard' ('нардъ') om te refereren aan narduskruid2. En in de Russische publicaties van Agni Yoga wordt alleen het woord 'valerian(a)' gebruikt. Het kan dus redelijkerwijs beargumenteerd worden dat als Roerich had gewenst om aan narduskruid te refereren ze haar refererend woord anders gekozen zou hebben.
Het moet echter worden opgemerkt dat er buiten de Himalaya, waar jatamansi zijn habitat heeft,3 zelfs tot op de dag van vandaag veel verwarring is met betrekking tot jatamansi.4 Jatamansi wordt vaak verward met tagara of de Indiase valeriaan (Valeriana wallichii) die jatamansi's Himalay-habitat deelt.5 En in het verleden werd jatamansi geclassificeerd onder het geslacht van Valeriana als 'Valeriana jatamansi'. Het is deze verwarring van jatamansi met Indiase valeriaan die hem de naam 'valse valeriaan' heeft gegeven.
Men kan tegenwerpen dat de valeriaan waaraan gerefereerd wordt in Agni Yoga de Europese of echte valeriaan (Valeriana officinalis) moet zijn omdat jatamansi en tagara niet inheems in Rusland zijn. Echter Helena Roerich en haar echtgenoot Nicolas (1874-1947) reisden veel in de Himalaya's, welke ook de plek was waar hun Urusvati Himalayan Research Institute werd gevestigd.6 Er wordt veel gerefereerd aan de Himalaya's in de Agni Yoga-leringen. Niet in de laatste plaats omdat de Himalaya's door Helena Roerich beschouwd worden als de plaats van verblijf van de Himalaya-meesters (of heiligen)7 van wie ze haar leringen telepathisch ontving8. Twee belangrijke punten moeten hier aangetekend worden. Het eerste is dat Roerich de Agni Yoga-leringen telepathisch ontving en dat het Russisch waarin ze deze leringen schreef niet noodzakelijk de meest primaire taal van de leringen is, en het tweede is dat de Agni Yoga-leringen ontspringen aan de Himalaya's. Het Russische 'valeriana' kan dan zeer zeker een handige (of verwarrende, gezien bovenstaande informatie) Russische vertaling zijn voor de plant die wordt aanbevolen in Agni Yoga. En deze plant kan ook zeer zeker groeien in de Himalaya-bergen waaraan de leringen ontspringen.
Dat de Agni Yoga-leringen in de Himalaya's een meer primaire oorsprong vinden dan in Rusland is niet de enige aanwijzing dat 'valeriaan' niet refereert aan Europese valeriaan. Een andere aanwijzing wordt gevonden in de context waarin 'valeriaan' wordt gebruikt. 'Valeriaan' wordt vaak samen geadviseerd met musk (van het muskushert) en cederteer.9 De combinatie nu van musk (van het muskushert) en cederteer is primair te verkrijgen in de Himalaya-regionen aangezien het muskushert (Moschus moschiferus) zijn habitat daar heeft samen met een soort cederboom (Cedrus deodara).10, 11 Het ligt dan in de lijn der verwachting dat de 'valeriaan' genoemd in één adem met de andere twee ook gevonden wordt in diezelfde Himalaya-regionen. Deze mogelijkheid wordt vergroot tot een waarschijnlijkheid wanneer we de stelling beschouwen dat 'valeriaan' gebruikt wordt in ayurvedische geneeskunde.12 Want Europese valeriaan (Valeriana officinalis) wordt niet gebruikt in deze India-gebaseerde geneeskunde.
Wanneer na bovenstaande beschouwend de waarschijnlijkheid wordt geaccepteerd van 'valeriaan' als niet verwijzende naar Europese valeriaan dan liggen nog steeds de twee mogelijkheden open voor verwijzingen naar Indiase valeriaan en naar jatamansi. Want beide planten worden gebruikt in ayurveda.13 Om tot een oordeel te komen over aan welk van deze twee planten wordt gerefereerd kunnen we de kwaliteiten van 'valeriaan zoals beschreven in Agni Yoga vergelijken met die zoals beschreven in ayurveda. In Agni Yoga wordt 'valeriaan' geacht de ademhaling zuiver te houden,14 energie te herstellen,15, 16 opgewondenheid te kalmeren en sereniteit te bevorderen,17, 18 de zenuwcentra te vernieuwen,19 de vuren aan te wakkeren en te onderhouden,20, 21 te beschermen tegen 'de vurige ziekte', kanker en andere vurige aandoeningen,22, 23 en tenslotte wordt het beschouwd een tonicum te zijn en gever van leven welk gebruikt kan worden voor preventie van vele ziektes.24, 25, 26 In corresponderende kwaliteiten in ayurveda kunnen zowel jatamansi als Indiase valeriaan tot op zekere hoogte voldoen. Beide werken op de ademhaling, zijn kalmerend, herstellen zenuwen, en wakkeren ook vuur aan (zij het volgens ayurveda primair het vuur van de spijsvertering).27 Het belangrijkste verschil tussen jatamansi en Indiase valeriaan echter is dat jatamansi beschouwd wordt sattvik te zijn en Indiase valeriaan tamasik. Sattva heeft de natuur van lichtheid en ritme en tamas van duisternis en inertie,28, 29 en aldus is jatamansi conductief voor meditatie en spirituele aspiratie en valeriaan obstructief hiervoor.30 Dit plaatst jatamansi dan in de positie van de beste kandidaat om de plant van referentie te zijn in gebruik van de naam 'valeriaan' in Agni Yoga. Want de leringen van Agni Yoga zijn bedoeld voor de spirituele verheffing van de mensheid31 en de tamasik kwaliteit zoals gevonden in Indiase valeriaan wordt verworpen.32 De genoemde toename van gewaarzijn die jatamansi teweegbrengt kan dan geïnterpreteerd worden als de toename van psychische energie in Agni Yoga.33 En evenzo is jatamansi de enige van de twee ayurvedische planten die genoemd wordt een tonicum te zijn, zoals dat ook het geval is in Agni Yoga.
Ook twee taalgerelateerde hinten naar 'valeriaan' als refererend in Agni Yoga aan jatamansi kunnen hier genoemd worden. De eerste hint kan gevonden worden in de naam 'muskroot' ['muskwortel'] zoals jatamansi in het Engels (onder andere namen) wordt genoemd.34 Jatamansi heeft een muskachtige geur, zeer waarschijnlijk corresponderend met muskachtige eigenschappen. En musk is een ander panacee dat geprezen wordt in Agni Yoga.35 De tweede hint kan gevonden worden in de etymologie van 'jatamansi'. In een eerdere contemplatie met jatamansi als onderwerp werd ontdekt dat de plant etymologisch sterk gerelateerd is aan de yogi's en asceten (met gematteerd haar) van de Himalaya.36 En dit wordt gemakkelijk verbonden met het idee van meesters van de Himalaya die spirituele aspiranten adviseren deze plant te gebruiken.
Al bovenstaande in beschouwing nemend kan geconcludeerd worden dat het zeer plausibel is dat 'valeriaan' in Agni Yoga niet refereert aan Europese valeriaan (Valeriana officinalis), ook niet aan Indiase valeriaan (Valeriana wallichii), maar aan jatamansi (Nardostachys jatamansi). Moge een toegenomen gewaarzijn en psychische energie ons helpen naar het juiste inzicht in de werkelijke referentie van 'valeriana' in Agni Yoga.