Als peuter en kleuter was het voor mij bijna niet mogelijk om vlees te eten. Ik kauwde mijn eten zo goed dat zelfs de vermicelli in de soep tussen de kiezen werd vermalen alvorens deze werd doorgeslikt. Voor vlees gold dat daar zo lang op gekauwd werd tot het malse stuk vlees was verworden tot een droge vezelige vleeshomp in mijn mond die niet meer doorgeslikt kon worden. Omdat mijn moeder toch wilde dat het vlees werd doorgeslikt nam ik lepels jus tot me om de droge homp vlees te bevochtigen. Na verloop van tijd heb ik het eten van vlees echter leren waarderen.
Toen ik nog thuis wonende mijn eerste schreden op het spirituele pad zette wilde ik gauw genoeg overgaan tot een vegetarisch voedingspatroon. Mijn moeder was het echter gewend om met vlees te koken en was ook vaak erg sturend om ervoor te zorgen dat iedereen de goed geachte voeding kreeg. Daarom heb ik in die periode als compensatie mijn vleesgebruik eenvoudigweg beperkt.
Toen ik op mezelf ging wonen ben ik echter direct en strikt vegetarisch gaan eten. Via mijn interesse in Hindoeïsme kwam ik al snel op het spoor van de ayurvedische voedingsleer, waarnaar ik mijn voedingsgewoonte altijd in zekere mate ben blijven voegen.
In een later stadium ben ik ook gaan minderen met melkproducten, hoewel ik nooit strikt veganistisch ben gaan eten.
Soms experimenteerde ik met recepten, en om geslaagde experimenten later te kunnen terughalen ben ik deze gaan opschrijven. Deze recepten werden eerst op een aparte website met de naam 'Devanna' gepubliceerd en later onder dezelfde serienaam overgebracht naar de Arvindus-website. 'Devanna' bestaat uit de Sanskriet woorden 'deva', betekenend 'god', en 'anna', betekenend 'eten', en 'Devanna' refereert aldus aan goddelijk eten.