In een aantal eerdere contemplaties werden toeval, keuze en lot gecontempleerd als wetten die het menselijk leven (kunnen) beheersen.1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 Lot, in de eerste contemplaties benoemd als 'bestemming', werd gelijk gesteld aan dharma en keuze aan karma. Keuze, of karma, werd daarbij onderverdeeld in de fasen van subjectieve oorzaak, actie, objectieve oorzaak, objectief effect, ervaring en subjectief effect. Daarbij werd aangegeven dat hoewel de oorzakelijke kant van die indeling zich doorgaans binnen één en dezelfde incarnatie voltrekt het geheel van keuze of karma zich vaak over meerdere incarnaties spreidt. Verder werd in deze reeks van contemplaties toeval gerelateerd aan materie, keuze aan bewustzijn en lot aan geest.
In een latere contemplatie werden de alfa-, bèta- en gammawetenschappen onder de loep genomen.9 Daar werd onder meer bevonden dat de alfawetenschappen op het gebied van de geest middels intuïtieve waarneming abstracte proposities behoren te formuleren, dat de bètawetenschappen op de gebieden van natuur en materie middels zintuigelijke waarneming concrete proposities behoren te formuleren en dat de gammawetenschappen op de gebieden van socialiteit en bewustzijn middels logische waarneming deductief en inductief middelproposities behoren te formuleren.
Wanneer we dan bovenstaande wetenschappen relateren aan het drievoud van toeval, keuze en lot dan kan gesteld worden dat de alfawetenschappen zich behoren bezig te houden met lot, de gammawetenschappen met keuze en de bètawetenschappen met toeval.
Er werd in de desbetreffende contemplatie echter gesteld dat we heden in een tijd leven waarin de oriëntaties nog dominant materialistisch zijn. En er werd geschetst hoe als het ware deze materialistische oriëntaties de methoden van de alfa- en gammawetenschappen in de richting van de bètawetenschappen trekken. In deze tijd bedienen de gammawetenschappen zich voornamelijk van bètamethoden en de alfawetenschappen veelal van gammamethoden.
Voor het onderwerp van keuze betekent dit dat dit onderwerp vooral belicht wordt vanuit de empirie en vanuit een materialistische visie op bewustzijn. De subjectieve oorzaak van een keuze wordt gereduceerd tot hersenprocessen, de actie tot neurologische processen en de objectieve oorzaak tot effect. De relatie van deze drie tot elkaar zien we bijvoorbeeld uitgewerkt in de NLP stromingen (waarbij 'NLP' staat voor 'Neuro-Linguïstisch Programmeren'),10 waarin getracht wordt om meetbare succeseffecten neuro-cerebraal te programmeren. Daarbij wordt echter over het hoofd gezien dat deze succeseffecten meestal slechts objectieve oorzaken zijn binnen de keuze. Immers de empirie erkent slechts wat zintuiglijk wordt waargenomen en erkent daarbij geen reïncarnatie, waarmee dus de werkelijke effecten binnen de keuze veelal gemist worden.
Het onderzoek naar dat laatste genoemde deel van de keuze, de effecten die zich veelal pas na reïncarnatie uitwerken, dient nu geïnspireerd te worden vanuit de alfawetenschappen. Immers reïncarnatie wordt uiteindelijk geleid vanuit de geestelijke bestemming van het reïncarnerende bewustzijn. Keuze als onderwerp van de gammawetenschappen wordt heden ten dage veel te eenzijdig belicht vanuit de empirie van de bètawetenschappen. Echter de ware gammawetenschapper, de ware onderzoeker van bewustzijn en keuze, put niet alleen uit proposities van de bètawetenschappen maar ook uit die van de alfawetenschappen. Daarmee blijft de ware gammawetenschapper dus niet hangen in NLP-achtige theorieën en andere misvormde bèta-concepties van keuze en bewustzijn.