Zo lang als cultuur bestaat heeft de mens afbeeldingen gecreëerd. Deze afbeeldingen kunnen grofweg verdeeld worden in driedimensionale afbeeldingen en tweedimensionale afbeeldingen. Bij driedimensionale afbeeldingen kunnen we denken aan beelden en bij tweedimensionale afbeeldingen aan schilderijen. Bij driedimensionaal afbeelden is de dragersubstantie één met de afbeeldingen, echter bij tweedimensionaal afbeelden is de dragersubstantie gescheiden van de afbeelding. Deze drager kan een gebruiksvoorwerp betreffen of een drager die geen doel dient dan de afbeelding te dragen. Wanneer het laatste het geval is dan is de drager vrij begrensd. Bij gebruiksvoorwerpen zijn de grenzen van de afbeeldingen gebonden aan de vorm die het desbetreffende voorwerp zijn nut voor gebruik geeft. Echter bij voorwerpen die enkel dienen om afbeeldingen te dragen is het leggen van grenzen minder gebonden en aldus vrijer.
Doorheen de geschiedenis nu zijn de grenzen van deze dragers meestal vrijelijk rechthoekig in vorm gemaakt. Soms komen ook ovale of ronde vormen ook voor, maar meestal en dominant worden afbeeldingen gedragen door rechthoekig gevormde dragers. Deze rechthoekige dragers geven dan rechthoekige zichten op decors. Zulke zichten zijn echter niet authentiek vanuit het standpunt van de menselijke ogen. Het zicht vanuit de menselijke ogen heeft een min of meer amandel- of ovaalvormig zicht, scherp in het midden en wat vervagend naar de rechter en linker randen. Rondom dat zicht is alles donker.
Bovenstaande in overweging nemend kan het inzichtelijk worden dat ovale afbeeldingen authentieker zijn dan rechthoekige. Ze sluiten meer aan bij het menselijk gezichtspunt (deze expressie letterlijk genomen). En dit betekent ook dat ovaalvormige afbeeldingen ervaren kunnen worden als authentieker door de aanschouwers.
Nu hebben technieken in het produceren van afbeeldingen zich enorm ontwikkeld. Van stille afbeeldingen op canvassen is de afbeeldende kunst gerevolutioneerd via fotografie naar bewegende beelden op televisieschermen (synthetiserend met de uitvoerende kunsten). In het vormen van de gepresenteerde zichten echter is altijd de rechthoekige optie behouden. Televisieproducenten noch filmmakers hebben gepast gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de gepresenteerde kunst pakkender te maken door de grenzen van de gepresenteerde beelden te vormen in ovalen.
Het is niet dat de beeldende kunsten helemaal geen gebruik hebben gemaakt van technische ontwikkelingen om hun beelden pakkender te maken. Vandaag de dag worden driedimensionale beelden (op tweedimensionale dragers) ontwikkeld alsook virtuele realiteit zichten middels speciaal geconstrueerde brillen. Echter de gemakkelijke en vanzelfsprekende stap om pakkendheid te verbeteren is niet gemaakt.
Om deze gemakkelijke experimentele stap te zetten zouden composities gemaakt kunnen worden min of meer zoals in figuur 1. De essentiële onderwerpen zouden scherp geplaatst moeten worden binnen cirkel b, en de ruimtes a en c zouden onscherp gevuld moeten worden als context.Figuur 1.
Dit is de in deze contemplatie gemaakte suggestie aan beeldende kunstenaars: Om te experimenteren met het artistische oog-perspectief om kunst op tweedimensionale dragers authentieker en pakkender te maken.