In 'Contemplaties, ''Leven en laten leven'' werd geconcludeerd dat het gezegde 'leven en laten leven' feitelijk oproept om naar keuze te handelen ('leven') zonder te hinderen ('laten leven') ofwel om ongehinderd hinderloos te handelen.1
Er zou kunnen worden tegengeworpen dat wanneer het gezegde wordt toegepast op een situatie waarin iemand die tegen een ander klaagt over overlast de klager de overlastgever niet 'laat leven'. Echter het moet duidelijk zijn dat deze situatie is ontstaan nadat de overlastgever de klager niet heeft 'laten leven'. Het is pas nadat de klager gehinderd wordt in zijn handelingskeuze dat deze het handelen van de overlastgever ter discussie stelt. Ook moet duidelijk zijn dat het klagen van de overlastgever vervolgens door de klager ook weer als klagen kan worden geïnterpreteerd, waarmee de over de klager klagende overlastgever volgens zijn eigen principe ook weer als klager kan worden gezien die niet 'laat leven'. En dit kan tot in het oneindige doorgetrokken worden. Dit heeft te maken met een zekere zelfreflexiviteit die vermeden moet worden.2 Het beroep dat door de klager op de overlastgever wordt gedaan in het kader van 'leven en laten leven' moet niet zelfreflexief onderhavig worden gemaakt aan een beroep in datzelfde kader. Verder is het zo dat de hinder die voor de klager in zijn handelingskeuze wordt opgeworpen maakt dat voor hem het deel 'leven' in het gezegde 'leven en laten leven' überhaupt niet van toepassing kan zijn. Vanuit deze overwegingen kan worden geconcludeerd dat het gezegde 'leven en laten leven' eigenlijk niet gebezigd zou moeten worden als reactie op een klacht over hinder.
Nu is het natuurlijk zo dat handelingskeuzes van verschillende personen elkaar kunnen doorkruisen. De handelingskeuze van iemand om in stilte filosofische lectuur te lezen kan worden doorkruist door de handelingskeuze van bijvoorbeeld zijn buurman om hardrockmelodieën te spelen op zijn elektrische gitaar. Omdat beide voorbeelden handelingskeuzes betreffen en geen reacties op handelingskeuzes kunnen beide handelingskeuzes getoetst worden aan het gezegde 'leven en laten leven'. Voor de lezer geldt hier dat hij 'leeft en laat leven', immers hij handelt naar keuze zonder te hinderen. Voor de gitaarspeler echter geldt dat deze weliswaar naar keuze handelt maar daarbij wél hindert. Volgens het gezegde 'leven en laten leven' zou de stilte van de lezer hier dus moeten prevaleren. De tegenwerping dat de gitaarspeler in zijn keuze wordt gehinderd door voorgenoemde prevalentie gaat niet op omdat dan het gezegde 'leven en laten leven' weer zelfreflexief wordt toegepast, namelijk op het gezegde zelf dat tot de prevalentie leidde.
Bovenstaande is allemaal gebaseerd op de interpretaties van de termen 'leven' en 'laten leven' in het gezegde 'leven en laten leven'. 'Leven' werd daarin geïnterpreteerd als 'het handelen naar keuze' en 'laten leven' als 'het handelen zonder te hinderen'. Nu kunnen handelingen zowel heel concreet als heel abstract opgevat worden. De concrete handeling van het lezen van filosofische lectuur kan deel uit maken van de meer abstracte handeling van het volgen van een studie filosofie. En de concrete handeling van het spelen van hardrock op een elektrische gitaar kan deel uit maken van de meer abstracte handeling van het eigen maken van melodieën voor een gepland optreden. Beiden personen in dit voorbeeld zijn bezig met het realiseren van een doel dat zij zich hebben gesteld.
Nu kan gesteld worden dat de realisatie van een ruimer doel de kwalificatie van 'leven' meer toe komt dan een geïsoleerde concrete handeling. Een mensenleven wordt immers niet gedefinieerd door één geïsoleerde handeling maar veeleer door het geheel aan doelen waarnaar is gewerkt middels ontelbare concrete handelingen, van geboorte tot overlijden. Een mensenleven bestaat uit projecten en projecten bestaan uit handelingen. Handelingen geven projecten vorm en projecten geven het leven vorm. Vandaar; hoe groter en ruimer het project waaraan een mens werkt, hoe meer het de kwalificatie 'leven' in het kader van het gezegde 'leven en laten leven' mag dragen. Er zou hier specifiek terminologisch gesproken kunnen worden van 'geïsoleerd leven' (handelingen), 'samenhangend leven' (projecten) en 'volledig leven' (het leven van geboorte tot overlijden).
Laten we nu het eerder genoemde voorbeeld weer gebruiken in onze beschouwing, waarbij we veronderstellen dat de lezer geen filosofiestudie volgt maar feitelijk ongeïnteresseerd door een filosofisch boek bladert, terwijl de naburige gitaarspeler oefent voor een examen op het conservatorium. Het zal duidelijk zijn dat de stilte die de lezer nodig heeft om ongehinderd zijn handelingskeuze te voltrekken in geen verhouding staat tot de oefening van de gitaarspeler en dat het gitaarspelen hier behoort te prevaleren. Deze orde kan pas weer terug naar de vorige genoemde verhouding worden gebracht wanneer de lezer bijvoorbeeld studerende is voor een examen voor zijn filosofiestudie.
Voor het gezegde 'leven en laten leven' geldt hierbij dat de term 'leven' naar zijn meest betekenisvolle en ruimste niveau moet worden getild. Wanneer het gezegde wordt toegepast op twee partijen die beide conflicteren met betrekking tot hun geïsoleerd leven (de concrete handelingen), dan geldt het gezegde 'geïsoleerd leven en laten geïsoleerd leven'. Echter wanneer bij ook maar één van de betrokken partijen een samenhangend leven (een project) in het geding is dan moet het gezegde geïnterpreteerd worden als 'samenhangend leven en laten samenhangend leven'. En dit geldt mutatis mutandis ook voor volledig leven waar, indien ergens een volledig leven in het geding is, het gezegde geïnterpreteerd moet worden als 'volledig leven en laten volledig leven'.
Moge aldus onze handelingen gekozen worden in het kader van ons volledige, maar op zijn minst samenhangende, leven.