Over vlinders in de buik wordt gesproken wanneer er zekere tintelingen in het zonnevlechtcentrum worden gevoeld, zoals in het geval van verliefdheid. Verliefdheid met zijn actieve zonnevlechtcentrum onderscheidt zich echter van liefde, wat zich doet gelden als een activiteit van het hartcentrum. In de ontwikkeling van de mens moet de verliefdheid van het zonnevlechtcentrum getransformeerd worden naar de liefde van het hartcentrum.1, 2 Want het is in de liefde in het hart dat de mens zijn vervolmaking vindt.3 En deze liefde van de vervolmaakte mens kan verbeeld worden als de parfum van de lotus of de roos van het hart.4, 5 De in het hart open gebloeide roos met zijn parfum trekt de vlinders aan die met hun gefladder het hart van de mens kietelen. Want de vlinder is zelf de vervolmaking van zijn eigen proces van transformatie. De vlinder is de voleinding van de transformatie van de rups, zoals de roos de voleinding is van de transformatie van zijn stengel met loof, en zoals activiteit van het hartcentrum de voleinding is van de transformatie van activiteit van het zonnevlechtcentrum. De vlinder vinden we dan ook niet meer op het loof. Dat is de plaats waar we de rupsen vinden. De vlinder heeft zijn smaak getransformeerd en voedt zich met zoete gouden nectar, waar rupsen zich nog bedienen van het bitttere groene loof. En daar kriebelen ze met hun gekruip en gekronkel de zonnevlecht van de mens. De vlinders in de buik zijn dus eigenlijk rupsen.