Arvindus

Contemplaties

Een etymosofie van 'taal'

  • Titel: Contemplaties, Een etymosofie van 'taal'.
  • Auteur: Arvindus.
  • Uitgever: Arvindus.
  • Auteursrecht: Arvindus, 2020, alle rechten voorbehouden.
  • Index: 202012161.
  • Editie: html, eerste editie.

§

Taal wordt algemeen begrepen als "het systeem van spraakklanken door middel waarvan mensen met elkaar communiceren en de schriftelijke vastlegging hiervan".1 Etymologisch wordt het woord 'taal' geacht te stammen van het Proto-Germaanse 'talō(n)' en zijn stam 'tala'.2 Deze Proto-Germaanse wortel is ook de grond voor Engelse woorden als 'tell' (vertellen) en 'tale' (verhaal), maar opmerkelijk genoeg ook voor Nederlandse woorden als 'tellen' en 'tal',3 opnieuw in verwantschap met het Engelse 'tally' dat een gerelateerde betekenis heeft. Etymosofisch kan dus beschouwd worden dat taal en tellen een zelfde grond hebben. Dit komt ook duidelijk naar voren in een woord als 'vertellen' dat zowel talige als talmatige connotaties in zich verenigt (want je kan een verhaal vertellen maar je kan je ook rekenkundig vertellen). Nu heeft tellen niet alleen betrekking op het bepalen van aantallen maar ook op belangrijkheid, want wat niet van belang is dat wordt niet meegeteld.4 En 'talen' is een afleiding van 'taal',5 en heeft betrekking op een verlangen.6, 7 De gemeenschappelijkheid in de woorden 'verlangen' en 'belangen' nu is verwant aan het Engelse werkwoord 'long' dat ook refereert aan een verlangen, maar tevens aan een 'verlengen',8 een Nederlands werkwoord dat ook de term 'lang' in zich draagt. Het Engelse woord voor 'taal' nu betreft 'language', en als het 'lang' in 'language' gerelateerd wordt aan het Nederlandse 'lang' en het Engelse 'long' dan is de cirkel rondgemaakt. Academische etymologie echter herleidt het Nederlandse 'lang' via het Latijnse 'longus', refererend aan lengte, tot het Proto-Germaanse 'langa',9 en het Engelse 'language' tot het Latijnse 'lingua', refererend aan een tong.10 Het Nederlandse 'tong' en het Engelse 'tongue' zijn te herleiden tot het Proto-Germaanse 'tungō' en worden als verwant beschouwd aan het Oud-Latijnse 'dingua', de voorloper van 'lingua'.11

Etymosofisch kan dus begrepen worden dat taal van doen heeft met tellen (als rekenen en belangen), met talen (als verlangen), met lengen en met tongen. Taal heeft van doen met tongen omdat de tong het handelingsorgaan is waarmee wordt gesproken. Met lengen heeft taal van doen omdat met taal een mens zichzelf zogezegd verlengt tot aan een ander en andersom. Dit verlengen van zichzelf tot aan de ander heeft als grondslag een zeker fundamenteel verlangen en talen naar eenheid, en daarmee heeft taal dus ook te maken. Het is die vereniging die van belang is voor de mens, die voor hem telt en waarop hij telt, en dat vertaalt zich dus in taal.

Taal is etymosofisch dus eigenlijk de vertongde verlenging van mensen naar elkaar, gebaseerd op het verlangen en het talen naar de vereniging die voor hen telt en van belang is. Dus zelfs wanneer iemand uit afkeer polariserende woorden tot een ander zou richten dan nog toont het gebruik van die wantaal in zichzelf dat er een onderliggende hang naar eenheid aanwezig is. Het mooiste is natuurlijk wanneer die hang in het taalgebruik onverwrongen uitgedrukt kan worden.

Bibliografie
  • Dr. Marlies Philippa / et alii (redacteuren), Etymologisch woordenboek van het Nederlands, Ke-R, Amsterdam University Press, Amsterdam, 2009.
  • Dr. Marlies Philippa / et alii (redacteuren), Etymologisch woordenboek van het Nederlands, S-Z, Amsterdam University Press, Amsterdam, 2009.
  • Oxford English Dictionary, Second Edition on CD-ROM (v. 4.0), Oxford University Press, 2009.
  • Van Dale Groot Woordenboek Hedendaags Nederlands, zoeksoftware, versie 2.0, Van Dale Lexicografie bv, Utrecht / Antwerpen, 2002.