In India en andere regio's worden linzen en linzensoepen gekend onder de naam 'dāl'. Ze worden vaak gegeten met rijst- of broodgerechten. Deze linzensoep kan echter ook op zichzelf geserveerd worden.
Dit recept kan gemaakt worden met verschillende soorten en combinaties van (gesplitste) linzen. In ons voorbeeld werden rode (masūr-) en uridlinzen gebruikt.
De ingrediënten zijn passend voor twee tot vier porties.
- ¾ Kop (ongeveer 75 gram) gesplitste rode linzen.
- ¼ Kop (ongeveer 25 gram) gesplitste uridlinzen.
- ¾ Liter water (ongeveer).
- ½ Grote of 1 kleine andijvie.
- 1 Theelepel geraspte gember.
- ½ Theelepel kurkumapoeder.
- ½ Theelepel venkelzaadpoeder.
- 1 Lepel citroensap.
- ¾ Theelepel zout.
- Was de andijvie en snij hem in reepjes.
- Was de linzen.
- Voeg het water toe en breng aan de kook.
- Schep het schuim af wanneer dit verschijnt.
- Verhit de ghī of olie.
- Voeg de gember, kurkuma en venkel toe, bak ze enkele momenten en voeg het geheel bij de linzen.
- Laat de linzen pruttelen op een lage vlam tot ze gaar zijn.
- Voeg de andijvie toe en kook tot hij gaar is.
- Pureer het geheel met een (hand)blender.
- Draai de vlam laag, voeg het citroensap en zout toe en roer.