Vergeving wordt beschouwd als een "daad van vergeven"1 en vergeven wordt gekend in de twee betekenissen van "niet toerekenen" en "weggeven".2 Nu is 'beschuldigen' een synoniem voor 'toerekenen'3 en wanneer er vergeven wordt dan wordt er dus ontschuldigd. 'Ontschuldigen' is als neologisme dus een synoniem voor 'vergeven' en is verwant aan het Nederlandse woord 'verontschuldigen' dat bestaat uit de voorvoegsels 'ver' en 'ont' en het grondwoord 'schuldigen'. Iemand is schuldig wanneer hij verantwoordelijk is voor iets wat hij verkeerd heeft gedaan of heeft nagelaten,4 en als schuldige kan hij zich dan aan zijn slachtoffer verontschuldigen, die de schuldige op zijn beurt kan beschuldigen of ontschuldigen, zijnde vergeven.
Het voorvoegsel 'ont' in 'ontschuldigen' en 'verontschuldigen' duidt hier een ontdoening aan van waar het grondwoord naar verwijst,5 dus in een ontschuldiging wordt een schuldige van zijn schuld ontdaan. Het voorvoegsel 'ver' vervolgens duidt hier objectief op een verplaatsing van waar het grondwoord naar verwijst,6 en meer subjectief naar een wegmaken van waar het grondwoord naar verwijst. Wanneer bijvoorbeeld een gokker zijn geld vergokt dan is het zo dat objectief gezien zijn geld zich verplaatst, maar in de subjectieve zienswijze van de gokker is zijn geld dan weg. Dus in een verontschuldiging door een schuldige wordt het ontdoen van zijn schuld objectief verplaatst naar zijn slachtoffer. Anders gezegd neemt in een verontschuldiging de schuldige zijn schuld op zich omdat hij zich dus niet zelf ontschuldigt.
Nu wordt dit voorvoegsel 'ver' in deze betekenis niet alleen gebruikt in het woord 'verontschuldigen' maar ook in het woord 'vergeven'. Een vergeven kan dus, in ieder geval subjectief gezien, beschouwd worden als een weggeven. Dit stemt overeen met de tweede betekenis van het woord 'vergeven' die bij aanvang van deze contemplatie werd genoemd. Een vergeven is een weggeven en wat er daarbij weggeven wordt dat betreft de schuld of de schuldigheid van de schuldige.
Nu is het zo dat daden die een schuldigheid bewerkstelligen plaatsvinden tussen een dader en een slachtoffer. Zulk een daad kan een grote impact hebben op het slachtoffer. De schuldige daad blijft dan in hem voortleven en het is niet zelden het geval dat het slachtoffer van die daad zich ten aanzien van anderen dan zelf gaat verhouden als dader. Voor het slachtoffer dat dader werd kan dit subjectief bekeken weliswaar een weggeven van schuld zijn, maar objectief gezien betreft dit eerder een doorgeven of een verplaatsen, want objectief gezien is de schuld dan niet weg.
Objectief gezien is de enige manier waarop een schuld kan worden weggegeven het door het slachtoffer teruggeven daarvan aan de dader. Dit betreft een innerlijk gebeuren. Wanneer de ene persoon ten aanzien van de andere persoon een daad van onrecht stelt dan kan die andere persoon zich die daad innerlijk aantrekken en die in zijn innerlijk opnemen. Wanneer dit gebeurt dan ontstaat er een schuldverhouding waarin de ene persoon de rol van dader krijgt en de andere persoon de rol van slachtoffer. Het is voor de desbetreffende andere persoon echter ook mogelijk om de daad van onrecht innerlijk te weigeren en deze daad terug te geven aan de desbetreffende ene persoon. Wanneer dit gebeurt, komt er geen schuldverhouding tot stand en worden er geen dader- en slachtofferrollen gespeeld. Omdat er op deze manier geen schuldverhouding tot stand komt is dit teruggeven van schuld een werkelijk en objectief weggeven, en daarmee dus ook een werkelijk vergeven. Vergeven is weggeven is teruggeven.
Bovenstaande geeft een interessante blik op de verhouding tussen een verontschuldiging en een vergeving. Er werd bevonden dat in een verontschuldiging een mogelijke schuldige (of dader) het ontdoen van zijn schuld objectief verplaatst naar zijn mogelijke slachtoffer. En in de vergeving die daar dan op kan volgen ontdoet dat mogelijke slachtoffer de mogelijke dader dan van zijn schuld door deze aan hem weg en terug te geven. In een verontschuldiging neemt een mogelijke dader de door hem gestelde schulddaad op zich en in een vergeving wordt door een mogelijk slachtoffer deze schulddaad aan de mogelijke dader teruggeven. Zo brengen verontschuldigingen en vergevingen een perfecte balans en harmonie in situaties waarin onrecht is begaan. Het is daarbij wel belangrijk om te beschouwen dat deze verontschuldigingen en vergevingen innerlijk moeten plaatsvinden. Uitingen van verontschuldiging en vergeving zonder innerlijke drijfveer zijn slechts van uiterlijke en dus van weinig waarde.
Laten we dus niet te trots zijn om ons innerlijk te verontschuldigen en om innerlijk te vergeven.