In 'Tegenwoordigheid' in de 'Contemplaties'-serie werd tegenwoordigheid etymosofisch gecontempleerd.1 Het is de intentie om het aldaar gecontempleerde hier wat overzichtelijker te maken.
Als synoniemen voor 'tegenwoordigheid' werden in de genoemde contemplatie onder andere gevonden en geconstrueerd: 'aanwezigheid', 'actualiteit', 'antwoordigheid', 'aanzijnigheid', 'bestanigheid', 'tegenwordigheid', 'presentie' en 'voorzijnigheid'. 'Presentje' en 'voorzienigheid' werden ook genoemd. Compositioneel geeft dit een overzicht zoals in figuur 1 hieronder.
Tegenwoordigheid | Tegenwoord | Tegen | Woord |
Aanwezigheid | Aanwezen / aanwees | Aan | Wezen / wees |
Actualiteit | Actueel | Actie | |
Antwoordigheid | Antwoord | Anti | Woord |
Aanzijnigheid | Aanzijn | Aan | Zijn |
Bestanigheid | Bestaan | Be | Staan |
Tegenwordigheid | Tegenwording | Tegen | Wording |
Presentie / presentje (voorzijnigheid) | Present / voorzijn | Pre (voor) | Esse (zijn) |
Voorzienigheid | Voorzien | Voor | Zien |
Figuur 1.
Bij bovenstaande kunnen (onder andere) de volgende aannames gedaan worden.
Aldus kan etymosofisch onder andere beschouwd worden dat wanneer men gesteld is in een tegenwoordigheid men bestaat in de aanwezigheid en de actualiteit, in de presentie waarin als presentje in een antwoord wordt voorzien dat tot wording activeert.