In voorbereiding op mogelijke toekomstige contemplaties werden enkele zichten op de expressies 'ik ben', 'ik ben dat' en 'ik ben die ik ben' verkend. Hiervoor werden de religies van het Christendom en het Hindoeïsme, alsook de leringen van Helena Blavatsky, Alice Bailey, Baird Spalding, Guy Ballard (of Godfré Ray King) en Mark en Elizabeth Prophet geraadpleegd. Interessante bevindingen werden samen met hun referenties genoteerd. Omdat deze bevindingen van nut kunnen zijn voor een algemeen overzicht en voor verwijzing in de toekomst zijn ze hier verzameld en geordend.
De verkenning startte bij het Oude Testament van de Christenen waarin wordt vermeld dat God, Yhwh, de wens uitdrukte aan Mozes om "ik ben die ik ben" ("ehye aser ehye" in het originele Hebreeuws) en "ik ben" ("ehye") genoemd te worden, aldus zichzelf als zodanig ponerend.1, 2
Bij de Hindoes wordt een vergelijkbare uitdrukking gevonden met "ik ben dat", zoals bijvoorbeeld in de Chandogya Upanishad. Het originele Sanskriet betreft "tattvamasi", wat meer letterlijk "gij zijt dat" betekent, waarbij wordt gerefereerd aan zelfzijn (sat) of waarheid (satya) en de ziel (atma).3 Een ander voorbeeld wordt gevonden in de Isha Upanishad. Het originele Sanskriet betreft daar "sohamasmi", waarbij in abstractie wordt gerefereerd aan de spirituele zon.4 Goedbekend is ook de uitdrukking 'aum tat sat', waarin 'sat' overeenstemt met de subjectieve 'ik', 'tat' met het objectieve 'dat' en 'aum' met 'ben', dat zich beweegt van het subjectieve naar het objectieve en dus de twee voorgenoemden verbindt.5
Volgens Helena Blavatsky (1831-1891) wordt het Sanskrietwoord 'hamsa', 'zwaan' betekenend, ontleend aan 'a-ham-sa', 'ik ben hij' (zijnde neutraal uitgedrukt als 'ik ben dat') betekenend. Dit geldt ook voor de term 'Brahman', die wordt gebruikt om het transcendente te indiceren, en het geldt ook voor de naam van de god van schepping 'Brahma', die treffend de zwaan als zijn voertuig heeft.6 De 'ik ben' relateert Blavatsky aan het geestprincipe,7 net als de 'ik ben die ik ben',8, 9 die ook gerelateerd wordt aan 'sat'10.
Alice Bailey (1880-1949) hanteert een strikter onderscheid tussen de verschillende uitdrukkingen waarbij het 'ik ben'-principe gerelateerd is aan de persoonlijkheid, het 'ik ben dat'-principe aan de ziel en het 'ik ben die ik ben'-principe aan de monade.11, 12 In deze lering wordt de monade gerelateerd aan de geest en de vader, de ziel aan bewustzijn en de zoon of het kind, en de persoonlijkheid aan materie en de heilige geest of de moeder.13, 14
In de leringen van Baird Spalding (1872-1953) wordt het 'ik ben'-principe, waarschijnlijk losjes en niet strikt terminologisch, gelijkgesteld aan het "Christus-bewustzijn", dat bij Bailey het zielsprincipe betreft.15, 16 Om aan de persoonlijkheid te refereren, die, zoals vermeld, bij Bailey het 'ik ben'-principe betreft, gebruikt Spalding de term van het 'mij'.17 Om aan de geest of het vaderprincipe te refereren, zijnde 'ik ben die ik ben' bij Bailey, lijkt Spalding de term 'ik ben' ook te gebruiken zonder strikt onderscheid tussen 'ik ben' als ziel en als God.18, 19
'Ik ben dat' en 'ik ben die ik ben' worden niet genoemd in de boeken waar Spalding de leringen citeert van de Meesters die hij ontmoette, maar de termen komen wel voor in zijn eigen uitleg van deze leringen. In 'ik ben die ik ben' refereert 'ik ben', zo wordt onderwezen, aan een belichaming en 'die' ['dat' in neutrale schrijfwijze] aan de "Almachtige", dus de 'ik ben dat' refereert in principe aan iemands eigen belichaming van God.20 En dit geldt ook voor 'ik ben die ik ben',21 waaraan Spalding ook de Bijbelse frase "en buiten mij is er geen ander" toevoegt.22, 23 Verder gedeconstrueerd refereert de 'ik' aan het mannelijke, spirituele, individuele identificatieprincipe en de 'ben' aan het vrouwelijke, omarmende belichamingsprincipe.24
Interessant om toe te voegen is dat deze 'ik ben die ik ben' (en buiten mij is er geen ander)' volgens Spalding niet alleen God betreft maar ook het universum als de som van alle dingen.25 Zij zijn gelijk. En een andere gelijkstelling die wordt gemaakt is die tussen de betekenis van de 'ik ben' en de betekenis van het Hindoeïstische 'aum'.26
Nu wordt 'aum' in de Bailey-leringen losgeplaatst van 'om'. Het 'aum', vanwaar het Christelijke 'amen' sproot,27 wordt daar gerelateerd aan de persoonlijkheid, en dus ook aan Bailey's conceptie van de 'ik ben',28 terwijl het 'om' eerder gerelateerd wordt aan de ziel29.
In Blavatsky's leringen wordt dit onderscheid tussen 'aum' en 'om' niet expliciet gevonden,30 echter Blavatsky stelt het 'om' wel gelijk met de 'am' [zijnde de Engelse versie van 'ben'], beide beschouwend als refereerders aan het goddelijke.31
In de leringen van Guy Ballard (1878-1939), die ook bekend is als Godfré Ray King en die de Ik ben-beweging oprichtte,32 wordt het 'om', niet genoemd als onderscheiden van 'aum', gelijkgesteld aan de 'ik ben'.33 Deze 'ik ben', ook genoemd als de 'ik ben-tegenwoordigheid', wordt onderwezen God in actie (in het individu) te betreffen.34 De 'ik' betreft daarin "de Oneindige Godskracht" en de 'ben' de "beweging om succesvol te voltooien".35 'Wat te voltooien?' In principe 'dit of dat'. Want op een bepaalde manier is de lering van Ballard er een van 'ik ben dat', waarbij 'dat' alles kan zijn.36, 37 Ballards leringen draaien dominant om de 'ik ben (dat)' als God in actie (om te manifesteren), en een verder noemen van 'ik ben die ik ben' vindt dan niet plaats.
Ballard citeert echter wel Jezus uit het Nieuwe Testament waar Jezus zegt "Voor Abraham was geboren, ben ik", waarbij 'ben ik' in het originele Grieks verschijnt als 'ego eimi'.38, 39, 40 In dit citaat relateert Ballard de 'ik ben' aan het principe van leven en 'Abraham' aan zijn uitdrukking.41 Dit is interessant omdat Blavatsky Abraham relateert aan de eerder genoemde Brahma, 42 die ze samen met het transcendente Brahman relateerde aan de spirituele 'ik ben dat'. Dit transcendente principe plaatst Ballard dus los van Abraham, maar hij sluit wel aan bij Blavatsky's leringen waar hij de 'ik ben' relateert aan het vaderprincipe.43
Veel interessants wordt ook gevonden in de leringen van Mark Prophet (1918-1973) en Elizabeth Prophet (1939-2009). Zij beschouwen de 'ik ben' als de geïndividualiseerde tegenwoordigheid van God, die op zijn beurt de 'ik ben die ik ben' betreft.44 'Ik ben' wordt niet gelijkgesteld aan het Christus-bewustzijn, zoals bij Spalding, dat bij de Prophets, net als bij Bailey, het mediërende principe betreft tussen het hoogste principe en het lager zelf.45 Verdere terminologieën en presentaties van de constitutie van de mens kunnen echter verschillen tussen de Prophets en Bailey, maar we zullen hiervan hier geen gedetailleerde analyse uitvoeren. Betreffende de 'aum' en 'om', die soms gelijkgesteld worden met 'ik ben' in andere leringen, kan gezegd worden dat de Prophets niet onderscheiden tussen 'aum' en 'om' en dat ze deze relateren aan het moederprincipe.46
Er kunnen nog veel meer interessante elementen gevonden worden, echter voor een algemene verkenning zal dit volstaan. Er werden verschillende zichten op 'ik ben', 'ik ben dat' en 'ik ben die ik ben' verkend, en wat ze bij de genoemde esoterici in principe gemeen hadden was dat 'ik ben die ik ben' gerelateerd wordt aan het principe van de vader, de geest, God. Verdere conclusies zullen hier niet getrokken worden. Moge de rauwe, onverfijnde, in de zin van 'ongecontempleerde' en 'onuitgelegde', data dienen als een instrument voor verwijzing.
"Aspect | Quality | Centre | Macrocosm | ||
Spirit | Father | Monad | Will | Head | Central spiritual sun |
Soul | Son | Ego | Love | Heart | Heart of the sun |
Body | Holy Spirit | Personality | Active Intelligence | Throat | Physical sun" |