De hedendaagse, academische psychologie houdt zich voornamelijk bezig met de lagere psyche die wordt gekend als 'de persoonlijkheid' en bestaat uit instinct, emotie en concreet denken. De nieuwetijdse, contemplatieve psychologie, ofwel de psychosofie, zal zich meer bezig gaan houden met de hogere psyche die wordt gekend als 'de ziel' en bestaat uit abstract denken, intuïtie en wil.1
Nu is het zo dat het lagere zich omhoog ontwikkelt onder invloed van het hogere. Dit wordt mooi gesymboliseerd door de groei van een bloem. Een bloem wortelt zich in de aarde maar onder invloed van de zon groeit hij omhoog om op zijn hoogste groeipunt tot bloei te komen. Evenzo kan de mens gezien worden als geworteld in zijn grofstoffelijke lichaam waarbij hij onder invloed van zijn eeuwige levensvonk door zijn lagere psychische lagen van instinct, emotie en concreet denken omhoog groeit om uiteindelijk tot bloei te komen in zijn hogere psychische lagen van abstract denken, intuïtie en wil.2
En bovenstaande geldt ook voor de psychologie. De academische psychologie van het heden is geworteld in lagere vormen van onderzoek maar zal zich doorheen hogere lagen ontwikkelen om tot bloei te komen in een contemplatieve psychologie van het nieuwe tijdperk.3 In de overgangsperiode van het oude naar het nieuwe tijdperk waarin we ons momenteel bevinden4 vinden we de eerste groene scheuten vanuit de academische wortelpsychologie uitschieten in wat we hier 'neo-psychologie' zullen noemen. Neo-psychologie omvat nieuwe vormen van psychologie die de contemplatieve psychologie nog niet bereiken maar de academische psychologie wel al ontstijgen.
Als voorbeelden van thema's die in de neo-psychologie worden behandeld kunnen hier hoogbegaafdheid en hooggevoeligheid worden genoemd. In de academische psychologie worden bepaalde sociaal-psychische kenmerken van hoogbegaafdheid en hooggevoeligheid soms wel herkend, maar deze worden dan veelal geduid als kenmerken van bepaalde psychische aandoeningen, zoals bijvoorbeeld autisme-syndromen of schizo-stoornissen.
In de neo-psychologie worden hoogbegaafdheid en hooggevoeligheid als op zichzelf staande psychische fenomenen gethematiseerd. Bij hoogbegaafdheid wordt bijvoorbeeld onder andere de drieringtheorie van Joseph Renzulli aangehangen. In die theorie wordt hoogbegaafdheid gethematiseerd in zijn drie kenmerken van "bovengemiddelde bekwaamheid", "creativiteit" en "taaktoewijding".5 We zullen zien dat dit centraalstellen van dit drievoud in dit belangrijke voorbeeld van neo-psychologie opgevat kan worden als een uitreiken naar de contemplatieve psychologie.
De contemplatieve psychologie stemt grotendeels overeen met wat Alice Bailey 'esoterische psychologie' en 'de wetenschap van de ziel' noemt.6, 7, 8 Deze ziel bevat krachten die door de mens aanvankelijk nog niet zijn ontwikkeld maar die tot zijn beschikking komen wanneer hij de ziel, de hogere psyche, integreert in de persoonlijkheid, de lagere psyche. Dit is een ontwikkelingsproces dat vele incarnaties in beslag neemt zoals het uiteindelijk tot bloei komen van een bloem vele dagen in beslag neemt.9, 10, 11
De drie bekendste krachten van de ziel nu zijn abstract denken als reflectie van actieve intelligentie, intuïtie als reflectie van liefde-wijsheid en wil als reflectie van macht.12 Dit zijn elementen die we in beginsel genoemd zien in de neo-psychologie van Renzulli. De bovengemiddelde bekwaamheid correspondeert daar met de actieve intelligentie en de taaktoewijding met de wil. De door Renzulli genoemde creativiteit kan dan eventueel gerelateerd worden aan de intuïtie, maar Bailey vermeldt creativiteit ook afzonderlijk als zielskracht.13
Nu werd boven niet alleen hoogbegaafdheid genoemd maar ook hooggevoeligheid, en ook gevoeligheid (niet te verwarren met emotionaliteit) wordt geacht een kracht te zijn van de ziel, een kracht die natuurlijk correspondeert met liefde.14, 15 Zo kunnen zowel hoogbegaafdheid als hooggevoeligheid vanuit de visie van de contemplatieve psychologie beschouwd worden als resultaten van zielsintegratie.
Nu werden in diverse eerdere publicaties mensen op verschillende wijzen ingedeeld in categorieën die hun evolutiepunt indiceren. Zo werd bijvoorbeeld in 'Classificaties van de mensheid' in de 'Tijdloze wijsheid'-serie beschouwd dat de menselijke evolutie de stadia doorloopt van dierlijke mensen, lagegraads mensen, gemiddelde mensen, ontwikkelde mensen, spirituele mensen, aspiranten, discipelen en ingewijden, waarbij hoogbegaafdheid en hooggevoeligheid zich met name zullen voordoen in de laatste drie categorieën omdat in de voorliggende stadia nog geen bestendige zielsintegratie is ontwikkeld.16
Een andere indeling werd gegeven in 'De uitzonderingsklasse' in de 'Contemplaties'-serie waar mensen werden geplaatst in een buitenklasse, een onderklasse, een middenklasse, een bovenklasse en een uitzonderingsklasse, waarbij hoogbegaafdheid en hooggevoeligheid zich vooral in die laatste klasse of laatste twee klassen zullen voordoen.17
In 'Exoterische klassen en esoterische divisies van de mensheid' in de 'Contemplaties'-serie tenslotte werd een nog eenvoudiger onderscheid gemaakt, namelijk dat tussen priesters, heersers, vaklui en werkers, waarbij hoogbegaafdheid en hooggevoeligheid vooral in de eerste klasse gevonden zullen worden.18
Wat die laatste twee indelingen betreft moet benadrukt worden dat zij correlaties en reflecties van evolutiepunten weergeven, en hoewel daarmee weliswaar indicaties gegeven worden moeten we ons onthouden van het leggen van strikte causale verbanden. Hoogbegaafdheid en hooggevoeligheid zijn afhankelijk van zielscontact, en mensen met zielscontact worden, hoewel misschien niet evenredig, uiteindelijk in alle klassen gevonden.
Dit kan ook verklaren waarom in alle klassen verondersteld hoogbegaafden en hooggevoeligen worden gevonden. Echter zoals academisch psychologen zielscontact en hoogbegaafdheid en hooggevoeligheid misdiagnosticeren19 (waardoor zij wiens conditie te wijten is aan de zich voltrekkende zielsintegratie zich niet onder behandeling van hen mogen stellen20) misdiagnosticeren mensen ook regelmatig zichzelf. Een belezen en intellectueel persoon zal zichzelf graag als hoogbegaafd beschouwen en een overgevoelig en emotioneel persoon zal zich al snel hooggevoelig voelen. Deze foutieve zelfdiagnoses kunnen beschouwd worden als de groene bladeren van de groeiende bloem uit ons voorbeeld. Waar de academische psychologie geworteld is in het materialisme en de neo-psychologie onder invloed van het zonnige spiritualisme van de contemplatieve psychologie uitschiet en een stengel doet groeien daar produceert die laatste (nimmer bloeiende) bladeren in wat 'volkspsychologie' genoemd kan worden.
Het is echter niet nodig om te trachten van volkspsychologie af te komen. Zoals het groene blad zonnestralen vangt en zo de stengel helpt om te groeien, bijdragend aan de uiteindelijke bloei van de bloem, zo draagt de volkspsychologie als bijproduct van de neo-psychologie eraan bij dat de psychologie vanuit zijn hedendaagse academische wortels uiteindelijk in het licht van de nieuwe tijd contemplatief tot bloei kan komen. Hoogbegaafden en hoogsensitieven, en dat wil zeggen 'ingewijden, discipelen en aspiranten', zullen de weg banen.21
"Ray V | Higher expression | The science of the soul Esoteric psychology |
Lower expression | Modern educational systems." |