In de tijdloze wijsheid zoals telepathisch onderwezen door de Tibetaanse Meester Djwhal Khul via Zijn discipel Alice Bailey (Alice Bailey^Meester Djwhal Khul)1 worden meditatie, studie en dienstbaarheid als levenswijze geadviseerd als een spirituele praktijk (of sadhana)2.3
Deze spirituele praktijk heeft als doel het bouwen van de zogenoemde 'antahkarana',4 die een bewuste brug betreft tussen het lager zelf en het hoger zelf, tussen de persoonlijkheid en de ziel5 (en later de geest).6
Deze antahkarana, ook 'regenboogbrug' genoemd, wordt eerst onbewust gebouwd van boven naar beneden, van de geest en de ziel naar de persoonlijkheid, en dan in een later stadium van beneden naar boven, van de persoonlijkheid naar de ziel (en later de geest). Eerst daalt het leven van de geest of de monade af in het lichaam, zichzelf verankerend in het hart, en het bewustzijn van de ziel daalt op dezelfde wijze af in het lichaam, zichzelf verankerend in het hoofd, en dan start de mens met het bouwen van een zelfbewuste brug terug van de persoonlijkheid naar de ziel, en later de geest of de monade, aldus de regenboogbrug voltooiend. De twee naar beneden gaande verbindingen worden 'de levensdraad' en 'de bewustzijnsdraad' genoemd en de omhoog gaande verbinding wordt 'de scheppingsdraad' [of 'creativiteitsdraad'] genoemd. Deze antahkarana wordt initieel gebouwd tussen het lager, concreet denken en het hoger, abstract denken en vanuit daar verder uitgebreid naar alle menselijke vermogens, van het laagste van het fysiek lichaam naar het hoogste van de geest of de monade. De antahkarana en de draden zijn alreeds in twee eerdere publicaties uitgebreid behandeld en verhelderd.7, 8
Om nu wat tot zo ver naar voren is gebracht samen te vatten kan gezegd worden dat de spirituele praktijk zoals geadviseerd in de desbetreffende tijdloze wijsheid gericht is op het toestaan van een neerwaartse stroom van het hogere naar het lagere en op het opwaarts bouwen van het lagere naar het hogere. En in principe is dit wat gedaan wordt met studie en meditatie. In studie bijvoorbeeld worden concrete woorden als kennis opgenomen door het concreet denken van de persoonlijkheid9 en dan verwerkt als begrip naar het abstract denken van de ziel10. En meditatie is gericht op het naar beneden brengen van abstracte visies (of zelfs hoger: intuïties) van de zielsgebieden naar het lager, concreet denken.11
Bovenstaande kan mooi gesymboliseerd worden door twee driehoeken, een zwarte onderste om studie te indiceren en een witte bovenste om meditatie te indiceren. We zien dit gedaan in figuur 1. Maar net zoals geest en materie bedoeld zijn om zich te verenigen, bewustzijn voortbrengend,12 en het abstract denken en het concreet denken bedoeld zijn om zich te verenigen, inzicht voortbrengend, zo zijn studie en meditatie bedoeld om zich te verenigen. Dit zien we gesymboliseerd in figuur 2.13
Figuren 1, 2.
Als nu de vereniging van geest en materie bewustzijn voortbrengt (en de vereniging van visie en kennis inzicht voortbrengt), wat is het dan dat wordt voortgebracht door de vereniging van meditatie en studie? In deze publicatie wordt beweerd dat dit contemplatie betreft. Contemplatie wordt hier gedefinieerd als 'de synthese van meditatie en studie'. Beide zijn ook vervat in de officiële definities van 'contemplatie'.14
Hoewel nu tot op heden nog niet gedefinieerd op zo'n concrete manier is het gepresenteerde idee niet geheel nieuw. Het concept van contemplatie werd alreeds etymosofisch gethematiseerd in twee eerdere publicaties, resulterend in vergelijkbare inzichten.15, 16 Toen 'contemplatie' werd beschouwd te bestaan uit het Latijnse 'con' en 'templum' werd contemplatie bedacht de verenigde actie te zijn van goden en de mens in de tempel van het hart, waarbij de goden het hoger zelf en de mens het lager zelf representeren. En toen het additioneel werd beschouwd te bestaan uit het Latijnse 'con' en 'tempus' als vertalingen van het Griekse 'sún' en 'chrónos' werd contemplatie additioneel beschouwd de verborgen synchroniciteit van goden en de mens te zijn.
Nu werd in een andere lijn van denken contemplatie beschouwd als een beweging van metafysicaliteit voorbij de fysieke perifeer van de wereld ('paramatman' in oosterse termen) naar de metafysicaliteit voorbij het fysieke centrum van de mens ('jivatman' in oosterse termen).17, 18 Maar langs die lijn van denken werd ook een beweging van de metafysicaliteit voorbij het fysieke centrum van de mens naar de metafysicaliteit voorbij de fysieke perifeer van de wereld beschouwd.19 En dit werd, in eigen bewoording, beschouwd dienstbaarheid te definiëren. Contemplatie is de beweging van de wereldziel (paramatman) naar de individuele ziel (jivatman) en dienstbaarheid is de beweging van de individuele ziel naar de wereldziel. En net als meditatie en studie, die samen contemplatie uitmaken, wordt dienstbaarheid geadviseerd als een spirituele praktijk door de desbetreffende tijdloze wijsheid.
Deze dienstbaarheid (of 'seva' in oosterse termen)20 werd eerder gethematiseerd als "het spontane effect van zielscontact",21 aldus aansluitend bij de voorgaande genoemde gedachte. De ziel contacterend in het centrum van zijn wezen beweegt de mens spontaan naar de perifeer van de wereld. Daarom wordt vaak gesproken van 'werelddienst'.22 Deze dienst is echter niet gericht op de materiële wereld als zodanig maar beweegt, zoals boven vermeld, naar de wereldziel of de paramatman. Het is uiteindelijk het Plan van God voor de wereld dat zo gediend wordt.23, 24 En daarmee wordt ook de antahkarana gebouwd, zij het in dit geval eerder de wereldantahkarana.25
Dus contemplatie, bestaand uit meditatie en studie, beweegt van de perifeer naar het centrum en dienstbaarheid als zijn spontane tegenhanger beweegt van het centrum naar de perifeer. Dit kan opnieuw mooi weergegeven worden in een symbool. Deze keer worden de kleuren van de gunas en nirguna toegepast, die zwart, rood, wit en goud(geel) betreffen.26 Zwart is de kleur van tamas, betreffende inertie, rood van rajas, betreffende activiteit, wit van sattva, betreffende ritme, en goud(geel) van nirguna, die voorbij de kwaliteiten van de gunas is (en daarom 'nir-guna' of vertaald 'zonder-kwaliteit' genoemd wordt).27, 28
In figuur 3 symboliseert de gouden(gele) perifeer de wereldziel, het Plan van God, de paramatman, de metaperifericiteit, of welke metafysische term je er ook aan wil geven. Het gouden(gele) centrum symboliseert de individuele ziel, de jivatman, de metacentriciteit. Deze twee worden bemiddeld door de witte, bovenste driehoek die meditatie symboliseert en de zwarte, onderste driehoek die studie symboliseert. Verenigd vormen die twee laatstgenoemden de rode zeshoek die als contemplatie de perifeer met het centrum verbindt en als een spontaan effect van dienstbaarheid het centrum met de perifeer.
Figuur 3.
In een tabel ziet het overzicht er uit als hieronder. Gelezen van links naar rechts zien we dat meditatie en studie contemplatie uitmaken, of erdoor omvat worden, die dan spontaan dienstbaarheid teweegbrengt.
Meditatie | Contemplatie | Dienstbaarheid |
Studie |
Figuur 4.
Mogen deze spirituele praktijken aldus onze levenswijze worden.