Sri Ramakrishna zei op verschillende gelegenheden dat de sandhya opgaat in de Gayatri en de Gayatri in het 'om' (en het 'om' in samadhi).1
'Sandhya', een Hindoe- en Sanskrietwoord, betekent letterlijk 'schemer',2 maar het woord wordt ook gebruikt om een set van riten te indiceren die worden uitgevoerd door Hindoes tijdens de ochtend- en avondschemer (en op het middaguur)3. Onderdeel van deze riten betreft ook de recitatie van de Gayatri-mantra.4 Deze mantra is toegewijd aan de zonnegod Savitri en wordt traditioneel gestart met de heilige lettergreep 'om' of 'aum'.5 Deze heilige lettergreep vertegenwoordigt in principe het geheel van het bestaan en zijn 'voorbij' ['beyond' in het Engels].6 En als zodanig wordt hij ook beschouwd als het middel voor de mens om dat 'voorbij' te bereiken.7 Deze vereniging van de mens met het 'voorbij' is dan wat in het Hindoeïsme 'samadhi' wordt genoemd.8 Dus in principe gaan de sandhya-schemer-riten op in de Gayatri-mantra-recitatie, die opgaat in de aum-meditatie, wat naar de samadhi-vereniging leidt.
De bovengenoemde structuur nu van complexiteiten die opgaan in simpliciteiten,9 leidend naar transcendentie, kan niet alleen gevonden worden in de Hindoefilosofie maar ook in de contemplatieve etymologie of de etymosofie10. In de etymosofie wordt er beschouwd dat een uitleg opgaat in een definitie, dat een definitie opgaat in een woord en dat een woord leidt naar zijn transcendente betekenis.11 En het is deze transcendentie waarop de op het woord contemplerende etymosofist (of etymosoof) zich richt.
Maar er kan ook een tegengestelde lijn gevolgd worden. In de transcendentie van woorden kunnen nieuw ontvangen betekenissen nieuwe woorden doen ontstaan die daarna gedefinieerd en verder uitgelegd kunnen worden.12, 13, 14 En dit is een voorname eigenschap van de etymosofie.15 Hoewel etymologie de transcendente betekenissen van woorden in beschouwing neemt, richt deze zich voornamelijk op de geschiedenis van woordformaties.16 Etymosofie richt zich daarentegen, zoals boven vermeld, op de transcendentie van het woord dat gecontempleerd wordt om te arriveren bij de wereld van betekenis.17 Vervolgens kunnen vanuit deze transcendentie dan nieuwe betekenissen ontvangen worden, leidend tot de projectie daarvan in de wereld van woordvormen.18
Met de, vanuit de wereld van vormen, gerichtheid op transcendentie, en na deze bereikt te hebben verrijkt weer terugkerend naar de wereld van vormen, volgt de etymosofist in principe het pad van de mysticus die door vereniging met het transcendente goddelijke de leringen van zijn traditie vernieuwt.19 Aldus is de ware etymosofist, net als iedere ware nieuwetijdswetenschapper, ook een mysticus en een yogi. En ware etymosofie is dan, net als iedere ware sofie,20, 21 ook een spirituele discipline of een mystieke praktijk of een yoga.
Als nu iedere ware sofie een yoga is dan is etymosofie etymo-yoga, en met de Griekse wortel van 'etymo' verwijzend naar woorden22 betreft etymosofie dan woord-yoga. En vervolgens 'woord' vertalend in het Sanskriet met 'shabda'23 kan etymosofie ook beschouwd worden als een vorm van shabda-yoga.
Laat dit dan de conclusie zijn van deze korte contemplatie. Ware etymosofie is een vorm van shabda-yoga.