Het Nederlandse woord 'leven' wordt, net als zijn Engelse en Duitse vertalingen 'life' en 'Leben',1, 2 in zijn algemeenheid de betekenis toegekend van 'bestaan' en dan in het bijzonder van 'organisch bestaan'.3, 4, 5, 6 En in die zin wordt 'leven' ook wel als tegenstelling van 'dood' beschouwd.7, 8
Etymologisch wordt 'leven' verbonden met de Proto-Germaanse en Proto-Indo-Europese wortels 'lib', 'lif' en / of 'lip', die ook verbonden worden met het Nederlandse woord 'blijven' (en zijn Duitse tegenhanger 'bleiben').9, 10, 11, 12 Organisch leven dat is blijven leven, zo kan volgens deze lijn van denken gesteld worden.
Nu kan 'blijven' gelezen worden als 'be-lijven', en inderdaad wordt 'lijf' (alsook zijn Duitse tegenhanger 'Leib')13 etymologisch ook beschouwd als een spruit van de voorgenoemde Proto-Germaanse en Proto-Indo-Europese wortels.14
Organisch leven dat is belijfd leven. Echter die lijfelijkheid wordt contemplatief ook beschouwd als het tegendeel van het leven op zich.15 In de tijdloze wijsheid van Alice Ann Bailey^Meester Djwhal Khul16 bijvoorbeeld wordt een monadisch leven als geestelijke pool tegenover een lijfelijke vorm als materiële pool gesteld.17
Leven en lijfelijkheid zijn dus eigenlijk semantische tegenstellingen die desalniettemin fonetisch uit dezelfde bron ontspringen. Maar deze dualiteit maakt ook deel uit van een tripliciteit, want in de tijdlozewijsheidleringen wordt beschouwd dat het geestelijke leven en de materiële lijfelijkheid worden bemiddeld door een bewustzijn of een ziel.18 En deze ziel is bij uitstek liefde.19 Aldus komen we uit bij het drievoud van leven, lijfelijkheid en liefde.
Nu wordt het Nederlandse woord 'liefde' in het Engels en het Duits gekend als 'love' en 'Liebe'.20, 21 De etymologie traceert deze woorden terug naar de Proto-Germaanse wortel 'l(e)ub',22 echter volgens de huidige lijn van contemplatie kan 'l(e)ub' als verwant worden beschouwd aan het eerder genoemde 'lib' en kunnen 'liefde', 'love' en 'Liebe' in etymosofische verwantschap gebracht worden met 'leven', 'life', 'Leben', 'lijf' en 'Leib'.23
Dergelijke etymosofische taalgrepen kunnen voor menigeen wellicht gekunsteld overkomen, echter ook in de tijdloze wijsheid van Geert Crevits^Meester Morya komen we een dergelijke taalomgang tegen, bijvoorbeeld waar haast gerelateerd wordt aan haat.24
Aldus een bevestiging gevonden hebbend dat een goede weg gegaan wordt, kan gekomen worden tot een overzicht als volgt.
Geest / monade | Leven, life, Leben |
Bewustzijn / ziel | Liefde, love, Liebe |
Materie / persoon | Lijf, Leib |
Figuur 1.
Het geestelijke, monadische leven dompelt zich onder in het materiële, persoonlijke lijf en doet zo de bewuste zielsliefde ontstaan door middel waarvan dat materiële, lichamelijke lijf tot het geestelijke, monadische leven verheven kan worden.25, 26
Nu werden boven de fonetische verwantschappen genoemd van 'leven', 'liefde' en 'lijf', maar die komen duidelijker naar voren in het gerelateerde drievoud van 'leef', 'lief' en 'lijf', waarbij 'leef' en 'lief' als fonetisch oorspronkelijker beschouwd kunnen worden dan 'leven' en 'liefde'. In dit drievoud betreft 'leef' een gebiedend werkwoord of een imperatief, 'lief' een bijvoeglijk naamwoord of een attributief en 'lijf' een zelfstandig naamwoord of een substantief. Dit is opmerkelijk wanneer in beschouwing wordt genomen dat gebieden behoort tot het wilsprincipe van de monade, attributeren bij het kwalificatieprincipe van de ziel en substantialiteit bij het vormingsprincipe van het lichaam.27, 28, 29 Want dit bevestigt de nauwe verwantschap tussen leven en monadische geestelijkheid, liefde en zielsbewustzijn en lijfelijkheid en persoonlijke materialiteit. We krijgen dus een overzicht zoals hieronder.
Monade | Leef | Gebiedend |
Ziel | Lief | Attributerend |
Persoon | Lijf | Substantiërend |
Figuur 2.
Omdat nu 'leef' een imperatief is, 'lief' een attributief en 'lijf' een substantief kunnen ze samen de Nederlandse zin 'Leef lief lijf!' vormen. Deze zin kan op verschillende manieren gelezen worden. Op de eerste manier wordt er gelezen 'Leef, lief lijf!' Hier wordt er een lief lijf geboden om te leven, en gelezen op deze wijze kan de zin mogelijk gebruikt worden als affirmatie bij genezingswerk. Ook Jezus van Nazareth gebruikte gebiedende affirmaties bij genezingen en opwekkingen,30 en het gebruik hiervan zou wellicht onderdeel uit kunnen maken van een eerstestraalsgeneeswijze zoals vermeld in de tijdloze wijsheid van Alice Ann Bailey^Meester Djwhal Khul.31 Met 'lijf' wordt daarbij het fysiek elementaal aangesproken,32 met 'lief' wordt zijn goedheid erkend en wordt het liefdevol benaderd,33 en met 'leef' wordt het dan geboden te leven.
Op de tweede manier wordt er gelezen 'Leef lief, lijf!', en hier wordt het lijf geboden om lief te leven. Dit is zeker ook nodig omdat het lijf bestaat uit een fysieke substantie die vanuit zijn verre verleden kwaadaardigheden in zich draagt.34, 35 En door het lijf te gebieden lief te leven is het dat die kwaadaardigheden uitgedreven kunnen worden en dat het lijf veredeld en verheven kan worden.36
Maar 'Leef lief lijf' kan ook zonder komma gelezen worden. In dat geval drukt de lezing een eenlijnigheid uit, of roept ze deze indien intentioneel gelezen op, van leven (monade), liefde (ziel) en lijfelijkheid (persoonlijkheid).37
Etymologisch wordt 'lef', als betrekking hebbend op moed en durf,40 herleid tot het Hebreeuwse 'lev', 'lebh' of 'leb', wat 'hart' betekent,41, 42, 43 waardoor 'lef' gerelateerd zou moeten worden aan de hartsliefde. De tijdloze wijsheid echter relateert lef eerder aan de wil,44 en daarmee dus ook aan het levensprincipe. Dit vindt ook aansluiting bij wat 'volksetymosofie' genoemd zou kunnen worden, die soms stelt dat 'leven' het meervoud is van 'lef'.
'Lof', betrekking hebbend op een prijzen,45 wordt etymologisch herleid tot dezelfde wortel als die van 'lief(de)',46, 47 en dit stemt overeen met de relaties die gelegd kunnen worden vanuit de etymosofie en de tijdloze wijsheid. 'Lof' is de wortel van 'loven', 'geloven' en 'geloof',48 en geloof is nauw verwant aan het liefdesprincipe.49
Over de diepere herkomst van 'laf' tenslotte is de etymologie niet zeker,50 maar vanuit de etymosofie en de tijdloze wijsheid kan er een relatie gelegd worden met 'lijf'. Zoals het materiële lijf is tegengesteld aan het geestelijke leven zo is lafheid tegengesteld aan lef. En volgens de tijdloze wijsheid is het ook inderdaad de materie die de angst herbergt.51
Deze overwegingen leveren dan een overzicht op zoals hieronder.
Monade | Leven | Lef |
Ziel | Liefde | Lof |
Persoon | Lijf | Laf |
Figuur 3.
Eerder werd het woord 'lijf' in verband gebracht met 'blijven' via het woord 'belijven', en vergelijkbaar kunnen van de woorden 'liefde' en 'leven' de woorden 'believen' en 'beleven' afgeleid worden. En met liefde het bemiddelende principe zijnde tussen leven en lijfelijkheid mag verwacht worden dat believen dat zal zijn tussen beleven en belijven.52 Het leven belieft (blieft) belijfd te worden en het lijf belieft (blieft) beleefd te worden. Zou het leven het belijfd worden niet believen dan zou geen enkele geest tot manifestatie komen, dan zou geen mens incarneren op de aarde. En zou het lijf het beleefd worden niet believen dan zou het zich van het leven scheiden, zoals mensen die vinden dat ze niets meer te beleven hebben soms voor suïcide kiezen (of anders wel daarvoor zouden willen kiezen). Want anders willen ze doorgaans nog wel op de aarde blijven (belijven).53, 54
Boven werd 'blijven' gelezen als 'belijven' en 'believen' als 'blieven'. Overeenkomstig zou 'beleven' dan gelezen kunnen worden als 'bleven'. En hierin vinden we een bevestiging van onze contemplatielijn, want 'bleven' is de verledentijdsvorm van 'blijven'. Eerst vindt er door het leven een belijven plaats waarna het lijf beleefd wordt en het blijven (belijven) dus komt te behoren tot het verleden. In het beleven wordt het blijven een bleven. Dit wil niet zeggen dat in het beleven het lijf letterlijk verdwijnt, maar wel dat daarin de aandacht op het belijven (blijven) naar de achtergrond verdwijnt.55
Opmerkelijk in voorgaande alinea is ook het gebruik van het voltooid deelwoord 'beleefd'. Dit woord wordt namelijk ook gekend als bijvoeglijk naamwoord of attributief in de betekenissen van 'fatsoenlijk' en 'hoffelijk'.56, 57 Nu kan 'beleefd' niet alleen etymosofisch maar ook etymologisch gelezen worden als 'be-leefd' in de betekenis van 'ervaren',58 wat indiceert dat het het beleven is wat iemand beleefd maakt. En dat stemt overeen met de gedachte van de tijdloze wijsheid dat de trap naar heiligheid wordt beklommen middels ervaring.59 We incarneren, we ervaren en we evolueren. We belijven, we beleven en we worden alsmaar beleefder.
Moge we dan aldus alsmaar beleefder worden.
"1. Electric fire | will | monad | Initiatory fire. |
2. Solar fire | love-wisdom | soul | Qualificatory fire. |
3. Fire by Friction | activity | personality | Purificatory fire. Intellectual." |
"Sattva | rhythm | spirit | life |
Rajas | mobility | soul | light |
Tamas | inertia | body | substance" |
"Energy | spirit | life |
Force | soul | light |
Matter | form | substance" |