'Koning', 'ridder' en 'harnas' hebben betrekking op de middeleeuwen. 'Abraham' en 'vijftig' hebben betrekking op het midden van een eeuw, die honderd jaren duurt, en wie vijftig wordt die ziet volgens een Nederlandse traditie Abraham. 'Leeuwenhart' heeft betrekking op een 'mid-de-leeuw-ig' zijn, want het leeuwenhart betreft het midden van de leeuw, die verder de koning der dieren is, waar ook 'koning' naar terugverwijst. 'Immer eindig' verenigt de oneindigheid met de eindigheid, en houdt daarmee het midden in de eeuwigheid. 'Het leeuwenhart dat brult' (de glorie) en 'een verblindend mooi harnas' (het lichtlichaam) verwijzen daarbij naar het oneindige deel van de mens en 'de wormenmond die smult' en 'een ontbindend dooi karkas' naar het eindige deel. Abraham als koning en ridder is daarbij het archetype van de middeleeuwige mens (als middel-eeuw-ig, middel-eeuwig, mid-de-leeuw-ig en middeleeuw-ig).